Giftige stoffen, afkomstig uit gerecycled kunststof van elektronisch afval, komen terecht in speelgoed. De in het speelgoed gevonden stoffen kunnen niet alleen het zenuwstelsel beschadigen, maar kunnen ook gevolgen hebben voor de hersenontwikkeling van kinderen en jongeren in de groei.
Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd door IPEN, een wereldwijd netwerk van NGO’s, en de Tsjechische milieuorganisatie Arnika dat is uitgevoerd in 26 landen waaronder Nederland. Hieruit kwam naar voren dat 90% van de stukken speelgoed tijdens de genomen steekproeven in verhoogde concentraties de giftige stoffen OctaBDE of DecaBDE bevatten. Bijna de helft (43%) bevat HBCD. Deze stoffen zijn persistent en het is bekend dat ze het voortplantingssysteem schaden, de hormoonhuishouding verstoren en nadelige gevolgen hebben op intelligentie, aandacht, leren en geheugen. “Giftige stoffen uit elektronisch afval mogen gewoon niet teruggevonden worden in kinderspeelgoed. Dit probleem moet op nationaal en mondiaal niveau worden aangepakt,” stelt Chantal Van den Bossche, woordvoerder van het Gender- en Duurzaamheidsnetwerk WECF, dat als Nederlands IPEN-lid meewerkte aan het onderzoek.
Strenge limieten
Een aantal kinderproducten uit het IPEN onderzoek overschreden de voorgestelde limieten voor gevaarlijk chemisch afval. Een van de stukken speelgoed die in Nederland werden aangeschaft bevatte 89 ppm OctaBDE, terwijl het voorstel voor de limiet voor electronisch afval op 50 ppm ligt voor PBDEs (OctaBDE). Jitka Strakova van Arnika zegt hierover: “Er moeten beschermende limieten komen voor gevaarlijk afval. Zwakke wet- en regelgevingen betekent dat onveilige, chemische recycling blijft doorgaan. En het gaat niet alleen over blootstelling aan consumentenproducten. Vaak vindt deze recycling ook nog plaats in ontwikkelingslanden, waardoor generaties arbeiders blootstaan aan gevaarlijke giftige stoffen.”
POPs Recycling Contaminates Children’s Toys with Toxic Flame Retardants