Na het krijgen van een cochleair implantaat zijn dove kinderen beter in het leren van woorden dan kinderen met een normaal gehoor. Hierdoor leren zij sneller een bepaalde woordenschat op te bouwen.
Dat stellen onderzoekers van het Max Planck Institute for Human Cognitive Brain Sciences en het University Medical Centre Dresden naar aanleiding van een lopende studie waarover mijngezondheidsgids.nl bericht. Voor de studie onderzochten neurowetenschappers 32 kinderen met cochleaire implantaten in beide oren. Deze implantaten helpen bij het stimuleren van de gehoorzenuw, waardoor dove of ernstig slechthorende mensen toch kunnen horen.
Hersenactiviteit
De kinderen werden 12, 18 en 24 maanden na het plaatsen van de implantaten getoetst op hun vermogen om woorden te herkennen. Ze kregen foto’s te zien van objecten met daarbij de juiste of verkeerde naam. Terwijl de kinderen naar de foto’s keken, analyseerden de wetenschappers hun hersenactiviteit met behulp van een elektro-encefalogram (EEG) om te zien of een bepaalde activiteit in de hersenen, de zogenaamde N400, plaatsvond. De hersenen geven dit signaal af wanneer ze een woord registreren dat niet goed past in een zinscontext of, in het geval van de studie, bij de afbeelding die getoond wordt.
Woordenschat opbouwen
Uit de resultaten blijkt dat de kinderen met implantaten eerder in staat zijn verkeerde namen van dingen te herkennen dan kinderen met een normaal gehoor. “We zagen dat dove kinderen na het krijgen van implantaten woorden sneller leren dan kinderen met een normaal gehoor, met als resultaat dat ze een bepaalde woordenschat sneller opbouwen”, zegt Niki Vavatzanidis, hoofdauteur van de studie en wetenschapper aan het Max Planck Institute for Human Cognitive Brain Sciences en het University Medical Centre Dresden.
Later beginnen met taal
Normaal gesproken duurt het veertien maanden voordat kinderen incorrect gelabelde objecten als zodanig herkennen. Tijdens de studie lukte het kinderen met implantaten al na twaalf maanden. Volgens de onderzoekers is een mogelijke verklaring hiervoor dat kinderen met implantaten ouder zijn wanneer ze voor het eerst in aanraking komen met gesproken taal. Omdat ze pas later beginnen met het leren van de taal, zijn bepaalde structuren in de hersenen die daarbij helpen al beter ontwikkeld.
“Niet alleen het geheugen, maar ook de algemene kennis over de omgeving is al verder ontwikkeld”, licht Vavatzanidis toe. Zo zijn ze zich al bewust van het feit dat een kopje heet kan zijn en dat dat gevaarlijk kan zijn, zonder dat ze het woord ‘heet’ kennen.
De onderzoekers denken dat het nader bestuderen van kinderen met cochleaire implantaten inzicht kan bieden in het proces achter spraak- en taalontwikkeling.
Bron: mijngezondheidsgids.nl