Zwangere vrouwen met een niet-Nederlandse etniciteit en beperkte taalvaardigheden maken in mindere mate gebruik van het nationale prenatale screeningsprogramma. Zo krijgen zij significant minder vaak informatie over de combinatietest en de 20-weken echo aangeboden.
Dat blijkt uit een Nederlandse prospectieve studie (2008 – 2010) waarover kennispoort-verloskunde.nl bericht. Hierin is onderzocht of er een relatie is tussen het aanbieden en het daadwerkelijke gebruik maken van prenatale screening in niet-Nederlandse populaties en populaties met beperkte taalvaardigheden.
Prenatale screening
De onderzoekers vergeleken verschillende groepen. Nederlandse vrouwen en immigratiegeneraties (1e en 2e generatie) en vrouwen met verschillen in taalvaardigheid (vloeiend Nederlands/ beperkt). De onderzoekers identificeerden met een Chi-kwadraat toets dat eerste generatie immigranten vrouwen significant minder vaak informatie kregen dan Nederlandse vrouwen. Zowel over prenatale screening, de combinatietest als de 20-weken echo (p= 0.05). Dit was ook van toepassing op vrouwen met een verminderde taalvaardigheid vergeleken met taalvaardige vrouwen (p= 0.05).
Combinatietest
Vrouwen met een niet-Nederlandse etniciteit significant maakten minder vaak gebruik van de combinatietest, met individuele verschillen per etniciteit. Maar ook tussen eerste en tweede generatie immigranten vrouwen.
Conclusie
De auteurs concluderen onder meer dat immigranten vrouwen en vrouwen met een verminderde taalvaardigheid, tekort worden gedaan in het nationale prenatale screeningsprogramma. Dit is in strijd met de Gezondheidsraad die gelijke toegang als een belangrijk uitgangspunt hanteert voor het hele programma van prenatale screening.
Bron: kennispoort-verloskunde.nl
Zie ook: