Aangezien de diagnose cerebrale parese op babyleeftijd nog niet is gesteld, ontvangen zij nog geen oefentherapie. Dit biedt hen de ‘kans’ om te groeien in hun houdingsproblemen: problemen met bewegen worden pas zichtbaar als er meer gevraagd wordt van de balans zoals bij zitten en staan.
Dat concludeert Anke Boxum in haar proefschrift. In haar promotieonderzoek, verricht aan de Rijksuniversiteit Groningen vergeleek Boxum de spieractiviteit van baby’s met een hoog risico op cerebrale parese (CP) met die van gezonde baby’s. Zij wilde namelijk weten welke vorm van fysiotherapie op jonge leeftijd het best is.
Diagnose pas mogelijk vanaf 18 maanden
CP wordt veroorzaakt door een hersenbeschadiging voor, rondom of kort na de geboorte. Door deze beschadiging hebben kinderen met CP meer moeite met bewegen. De diagnose kan pas worden gesteld vanaf 18 maanden, omdat het brein voordien nog te sterk in ontwikkeling is. Bovendien vindt er in de babytijd een enorme ontwikkeling plaats: baby’s leren omrollen, hun hoofd te balanceren, zitten, kruipen, staan en lopen. Kinderen die later CP ontwikkelen, lopen vaak achter met het behalen van deze mijlpalen.
Meten houdingsregulatie
Boxum en haar collega’s onderzochten de houdingsregulatie van gezonde baby’s en van baby’s met een hoog risico op CP. Deze tweede groep baby’s had een hersenbeschadiging opgelopen voor of rond de geboorte of liet neurologische stoornissen zien. Omdat zij nog geen 18 maanden oud waren, kon de diagnose CP nog niet gesteld worden. De onderzoekers lieten de kinderen bijvoorbeeld zittend in een kinderstoel reiken naar speelgoed, een activiteit waardoor zij hun eigen balans verstoren. De houdingsregulatie werd daarbij gemeten met behulp van oppervlakte elektromyografie, op de huid geplakte elektroden die de spieractiviteit meten.
Bevindingen
Boxum concludeert dat de ontwikkeling van houdingsregulatie vooral gerelateerd is aan het ouder worden en minder aan het behalen van een nieuwe mijlpaal zoals leren zitten of lopen. Ook concludeert zij dat alle risico-kinderen die uiteindelijk de diagnose CP krijgen al vanaf jonge leeftijd meer problemen met reiken hebben dan risico-kinderen die geen CP ontwikkelen. Deze bevindingen wijzen op het belang van een individuele aanpak voor baby’s met verschillende soorten hersenbeschadiging en verschillende symptomen bij het behandelen van houdings- en bewegingsproblemen.
Postural control and reaching throughout infancy: in cerebral palsy and in typical development >
Bron: rug.nl