Preventie van ADHD staat nog in de kinderschoenen. Voor het UMCG en het Radboudumc reden om met verschillende samenwerkingspartners onderzoek te doen naar de vraag hoe ADHD ontstaat en of de aandoening in de toekomst te voorkomen is. ZonMW heeft een subsidie van anderhalf miljoen euro aan het onderzoek toegekend.
ADHD heeft een grote invloed op het leven van een kind en het gezin waar hij of zij deel van uitmaakt. Huidige behandelingen kunnen de symptomen van ADHD verminderen, maar ze genezen de aandoening niet en geven op de lange termijn geen substantiële verbetering in uitkomsten. “Daarom is het cruciaal om na te gaan hoe ADHD ontstaat en of preventie mogelijk is”, zegt projectleider Catharina Hartman van het UMCG.
Preventie van ADHD nauwelijks onderzocht
“We weten dat ADHD voor een heel deel erfelijk is, maar de meeste kinderen worden pas op de basisschool gediagnosticeerd”, aldus Nanda Rommelse, universitair hoofddocent psychiatrie bij het Radboudumc en klinisch neuropsycholoog in opleiding bij GGZ-instelling Karakter. “We denken dat er juist in de voorfase, van baby tot de schoolleeftijd, allerlei mechanismen zijn die maken of een kind ADHD ontwikkelt of niet.”
Om de vroege biologische en sociale processen die gezamenlijk leiden tot ADHD te kunnen bepalen, gaan de onderzoekers 700 kinderen van 3 maanden volgen tot ze 6 jaar zijn. Dit is de periode vóór het ontstaan van ADHD. Hartman: “Op basis hiervan ontwikkelen we een screeningstool waarmee we jonge kinderen kunnen identificeren die een hoog risico lopen op het ontwikkelen van ADHD. We voorspellen dat een substantieel deel van de kinderen dat later ADHD ontwikkelt als peuter forse problemen heeft met emotieregulatie. Ook onderzoeken we of het ontstaan van ADHD op latere leeftijd kan worden voorkomen door ouders en kind te ondersteunen in het leren van emotieregulatievaardigheden.” Dit laatste gebeurt middels Parent-Child Interaction Therapy (PCIT).
Hechting en interactie
Naast biologische factoren – een kind met een ouder met ADHD loopt een groter risico – denkt Rommelse daarbij onder meer aan temperament en de hechting en interactie tussen ouder en kind. “Wij denken dat het voorspellen van ADHD het beste gaat als je naar al deze facetten kijkt.”
Maar als je al die factoren dan in kaart hebt gebracht, kun je ADHD dan ook voorkomen? “We denken dat dit voor een deel van de kinderen mogelijk zal zijn. Als we daar vroeg bij zijn en interventie aanbieden, zouden we preventief kunnen werken en ADHD in die zin voorkomen. Maar dat zal zeker niet bij alle kinderen kunnen.”
Over het onderzoek
De projectaanvraag is nauw verbonden met het TRAILS-NEXT cohort van het UMCG en is een gezamenlijk initiatief van hoofdaanvrager dr. Nanda Rommelse (Radboudumc, Karakter), projectleider dr. Catharina Hartman (UMCG; hoofdonderzoeker van het TRAILS-NEXT cohort), bestuurlijk voorzitter drs. Nienke Plass-Verhagen (Radboudumc) en mede-aanvragers dr. Petra Havinga (Radboudumc), dr. Janne Visser (JeugdGGZ Dimence), dr. Marjolein Luman (VU, Bascule), prof. dr. Sarah Durston en dr. Fleur Velders (UMCU), dr. Sandra Kooij (VU, PsyQ), dr. Rob Pereira (namens belangenvereniging Impuls & Woortblind) en Suzanne Boomsma (namens belangenvereniging Balans). Mariëlle Abrahamse en Frederique Coelman zijn betrokken vanuit hun deskundigheid met PCIT.
Bronnen: umcg.nl / nporadio1.nl
Naar de uitzending op Radio 1 >>
Verder lezen
Is ADHD een hersenafwijking? Komt het alleen voor bij kinderen? En hoe kan het behandeld worden? NPO Focus zet de feiten over ADHD op een rijtje.