Het komt nog steeds voor dat moeders hun kind om het leven brengen zodra het geboren is. In de meeste gevallen kampen deze vrouwen met een psychische stoornis, waardoor ze tijdens de zwangerschap nauwelijks een band met het kind ontwikkelen. Voorkomen is lastig, maar er zijn wel aangrijpingspunten.

Dat concludeert Katinka de Wijs-Heijlaerts in haar promotieonderzoek aan Tilburg University. Neonaticide, ofwel een pasgeboren kind binnen 24 uur na de geboorte om het leven brengen, is een fenomeen van alle tijden en culturen. Ook in Nederland komt het nog steeds een paar keer per jaar aan het licht. Meestal is de dader de biologische moeder. Over de achtergronden en beweegredenen van moeders die neonaticide plegen is echter nog weinig bekend. Katinka de Wijs-Heijlaerts bestudeerde dertig gevallen die plaats vonden tussen 1994 en 2015. Dit deed zij aan de hand van psychologische en psychiatrische onderzoeken van vrouwen die vervolgd zijn, uittreksels van justitiële documentatie en gerechtelijke uitspraken.

Psychische problemen

Een duidelijk socio-demografisch profiel van de neonaticidepleger kan niet worden gegeven, concludeert De Wijs: neonaticide wordt zowel door jonge, minderjarige, alleenstaande vrouwen gepleegd als door oudere vrouwen die getrouwd zijn en al kinderen hebben. Wat de vrouwen vaak wel gemeen hebben, is een laag zelfgevoel, gevoelsisolatie, identiteitszwakte, vermijdende kenmerken en autonomieproblemen. Bij bijna alle onderzochte verdachten is een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens vastgesteld.

Geen band met het kind

Geconfronteerd met een ongeplande zwangerschap trekken veel van de verdachten zich terug uit het sociale leven en houden ze de zwangerschap voor hun omgeving verborgen. Maar het meest kenmerkende is dat zij tijdens de zwangerschap geen band met het kind opbouwen en dat ze het kind tijdens de zwangerschap en bij de geboorte slechts in beperkte mate – of helemaal niet – ervaren als een hulpbehoevend individu.

Aanbevelingen

Neonaticide voorkomen is lastig, omdat vrouwen de zwangerschap doorgaans goed verbergen. De schaarse momenten waarop ze zich tot de hulpverlening wenden, bieden niettemin een mogelijkheid om in te grijpen, aldus de promovenda.

Wanneer een hulpverlener een zwangerschap vermoedt maar de vrouw een test afhoudt, is alertheid geboden. Hulpverleners kunnen proberen de vrouw in beeld te houden en toch te bewegen tot een zwangerschapstest. Wanneer dat lukt, zou ook een aanvullende echo kunnen helpen, omdat een beeld van het ongeboren kind mogelijk kan bijdragen aan bewustwording van de zwangerschap. Ook vrouwen die een zwangerschap willen laten afbreken maar bij wie de zwangerschap daarvoor te ver gevorderd is, zouden zoveel mogelijk gevolgd moeten worden en naar de juiste zorg verwezen.

Bron: tilburguniversity.edu/nl

 

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Een abonnement kost slechts €28,- per jaar.

Ontdek ons VROEG-magazine

Vakblad Vroeg is er voor professionals die werken in de geboortezorg en met kinderen tot zeven jaar en hun ouders. Sleutelwoorden zijn preventie, vroegtijdige onderkenning en vroeghulp. Ons kwartaalmagazine biedt achtergrond en verdieping. Een abonnement kost slechts € 28,- per jaar.

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief

Op de hoogte blijven van alle ontwikkelingen op het gebied van de geboortezorg en de zorg rond het jonge kind en zijn ouders? Schrijf je dan in voor onze wekelijkse nieuwsbrief. Deze verschijnt iedere dinsdagochtend.

"*" geeft vereiste velden aan